CAO METALEKTRO
'HOOGSTE LOONSVERHOGING OOIT EN HARD NODIG'
Tekst Rob Nelisse Beeld FNV
ALBERT KUIPER: 'DE LAGERE INKOMENS PROFITEREN IN VERHOUDING MEER VAN EEN UITKERING IN CENTEN DAN DE HOGERE INKOMENS'
De inflatie loopt sinds het vaststellen van onze cao-voorstellen in juni 2022 steeds verder op. Werknemers in de metaal hebben last van de hoge inflatie. Tegen die achtergrond is FNV Metaal al ver voor de officiële onderhandelingsrondes in gesprek gegaan met werkgevers over de gevolgen hiervan voor de cao-onderhandelingen. Daardoor is het gelukt om al in de formele tweede ronde een cao-resultaat te bereiken.
11% loonsverhoging in cao-periode van 18 maanden
Albert Kuiper, eerste onderhandelaar in de Metalektro, licht de cao-afspraken toe: ‘Voor de komende cao-periode van 18 maanden hebben we een totale loonsverhoging van 11 procent afgesproken. Het gaat om een structurele loonsverhoging van 9 procent en een tijdelijke loonsverhoging van gemiddeld 2 procent. De onzekerheid over de inflatie maakt dat we voor een relatief korte looptijd gekozen hebben. Namelijk per 1 december 2022 stijgt het maandsalaris met 5,5 procent plus 60 euro en op 1 januari 2024 nog eens met 3,5 procent. De 60 euro per maand wordt gedurende de cao-periode van 1 december 2022 tot en met 31 mei 2024 uitgekeerd. Dit geldt ook voor uitzendkrachten. De maandelijkse loonsverhoging in centen (totaalbedrag 1080 euro, gemiddeld 2,0 procent) gebeurt daar waar het kan via een verrekening met de pensioenpremie, zodat de werknemer het fiscaal gunstig ontvangt. De lagere inkomens profiteren in verhouding meer van een uitkering in centen dan de hogere inkomens.’
Koopkrachtverlies gedempt
De hoge inflatie wordt volgens Albert Kuiper voor tweederde deel veroorzaakt door de extreem hoge energieprijzen. ‘Er is onvrede. Zowel mensen met lage als middeninkomens komen in de financiële problemen. In de Metalektro hebben de meeste werknemers een middeninkomen. Wij vinden dat de overheid meer had moeten doen voor de middeninkomens. De kabinetsmaatregelen hebben op zichzelf een drukkend effect op de inflatie. Dit cao-akkoord is het best haalbare dat mogelijk is via onderhandeling.’
Urgentie om snel tot een akkoord te komen
‘Wij hadden belang bij snel geld’, vertelt tweede onderhandelaar Peter Reniers terugkijkend. ‘Wij wilden een snel akkoord omdat de mensen nu de financiële gevolgen voelen, en nu een loonsverhoging goed kunnen gebruiken. Als we nu kunnen afspreken dat er een stevige loonsverhoging komt bij de start van de nieuwe cao, in de dure decembermaand, dan is ons dat veel waard. De afgelopen tien jaar hebben we in de Metalektro steeds maandenlang moeten actievoeren voor een fatsoenlijk resultaat. De werkgevers weten dat wij dit kunnen maar hebben ervoor gekozen om in goed overleg te treden met oog voor onze positie. Onze positie in de metaal en de urgentie zijn de succesfactoren voor dit akkoord. Dit is de hoogste loonsverhoging ooit en ook hard nodig!’
Inflatie in tussentijd verder opgelopen
Albert Kuiper: ‘Desondanks bleek dat in de tussenliggende periode van het cao-resultaat met de werkgevers tot aan de ledenraadpleging, de inflatie verder was gestegen tot zelfs 17 procent. Een ruime meerderheid was positief maar het geluid van leden die het cao-resultaat onvoldoende vinden, hebben we ook gehoord. Wij hebben al bij de FME aangegeven dat we dit signaal meenemen en inbrengen in de volgende onderhandelingen.'

Peter Reniers & Albert Kuiper
Verplicht overwerken wordt afgeschaft
Bij het onderwerp werktijden is er een punt binnengehaald dat al jaren op de cao-voorstellen staat. Albert Kuiper: ‘We hebben eindelijk de verplichting van het overwerk eraf. Alleen nog bij calamiteiten en wanneer de werknemer er vrijwillig voor kiest, kan er worden overgewerkt. Dit levert de werknemer een forse verbetering op van de balans tussen werk en privé.’
Werknemer krijgt regie over eigen vrije tijd terug
‘Ik vind het een van de mooiste afspraken die we nu hebben gemaakt’, zo typeert Peter Reniers de afschaffing van het verplichte overwerk. ‘Het raakt de gezagsverhouding tussen de werkgever en de werknemer. De werknemer krijgt de regie over de vrije tijd terug. Als de nood aan de man is, in geval van brand of waterschade, dan staan de werknemers er natuurlijk wel. Maar niet bij planmatige zaken. Een belangrijke taak is weggelegd voor de ondernemingsraden om de cao-bepaling over overwerken te toetsen aan de eigen bedrijfsreglementen.’
Regelingen voor oudere werknemers worden verlengd
Het Generatiepact loopt door tot 1 januari 2029, een verlenging van zes jaar, en volgt de tussentijdse loonsverhogingen. De RVU wordt eveneens geïndexeerd tot aan het einde van de regeling op 31 december 2025. Volgens Albert Kuiper kan helaas niet iedereen 10 procent salaris inleveren om korter te gaan werken. ‘Veel mensen kunnen zich dat niet permitteren. Nog te weinig mensen maken daadwerkelijk gebruik van de regelingen. We gaan onderzoeken welke verbeteringen mogelijk zijn om de deelname te vergroten. Ik wil er toch voor zorgen dat we mensen die op leeftijd raken goed kunnen bedienen.’
Meer zelfbeschikking voor de werknemer
Peter Reniers: ‘We gaan erop toezien dat de flexibiliteit die de cao biedt op het gebied van werktijden goed wordt toegepast. Er is veel gedoe over bijvoorbeeld urenbanken. Wij willen dat hierover werkgevers met bonden in gesprek gaan. Nu gaat dat vaak via de medezeggenschap. Met de proeftuin moeten deze gesprekken weer terug naar de tafel waar dit hoort, namelijk bij het overleg tussen werkgevers en vakbonden.
Verder hebben we de tijdelijke vierdaagse werkweek als hard punt in de cao opgenomen. Op bedrijfsniveau wordt dat om roostertechnische redenen vaak geweigerd. Weigeren mag in de nieuwe cao alleen nog om zwaarwegend bedrijfsbelang. Dat is eigenlijk alleen in de situatie dat het bedrijf daardoor kopje onder gaat.
Tenslotte wordt de Duurzame Inzetbaarheidsdag verduidelijkt. De werknemer informeert de werkgever en houdt zelf alle zeggenschap over de invulling van die dag. Het is wel de bedoeling dat die dag voldoet aan de begrippen duurzame inzetbaarheid, gezondheid, ontwikkeling en scholing. Zie het als een investering in vakmanschap en welzijn van de werknemer!’
PETER RENIERS: 'DE WERKNEMER KRIJGT DE REGIE OVER DE VRIJE TIJD TERUG'