STRUIKELSTEEN
TWENTSE VAKBONDSMAN GERRIT VISSER HERDACHT MET STRUIKELSTEEN
Tekst Rob Nelisse Beeld Agnes van der Schuur
GEESKEMARIA VISSER: ‘LAAT JE NIET MEESLEPEN DOOR ALLERLEI RETORIEK MAAR BLIJF ZELF KRITISCH NADENKEN’
Ter ere van Gerrit Visser werd op 15 oktober door twee van zijn achterachterkleinkinderen een struikelsteen gelegd voor zijn voormalig woonhuis in Hengelo (Ov). Visser was in de eerste jaren van de Duitse bezetting bestuurder van de Algemene Nederlandse Metaalbewerkers Bond (ANMB).
Ruimdenkend man die zichzelf vergaand ontwikkelde
‘Gerrit Visser werd geboren in Oud-Beijerland in 1894. Vanaf zijn twaalfde ging hij aan het werk als dagloner om mee te voorzien in de kost van het grote gezin met negen kinderen.’ Kleindochter Geeskemaria Visser beschrijft zijn levensloop: ‘Hij heeft zichzelf van daaruit op eigen kracht verder ontwikkeld. In zijn werk klom hij via de functie machinebankwerker bij een electromotorenfabriek op tot voorzitter van de ANMB-afdeling Ridderkerk en tot gemeenteraadslid voor de SDAP. Dat politieke werk leidde later tot zijn ontslag. Vanaf 1922 was hij vrijgesteld bestuurder en later penningmeester van de ANMB met standplaats Rotterdam. In de avonduren studeerde hij verder. Hij was een ruimdenkende, niet-oordelende man die oog had voor individuele kwaliteit. Samen met oma was hij bijzonder geïnteresseerd in cultuur.’
Vakbonden onder controle van de bezetter
In 1937 verhuisde het gezin naar Hengelo, waar Gerrit Visser districtsbestuurder van de ANMB werd. Hij kwam in die periode veel in aanraking met vluchtelingen voor het nationaalsocialisme die vanuit Duitsland naar Nederland kwamen. Na de capitulatie in mei 1940 nam de greep van de Duitse bezetter op de vakbond in rap tempo toe. De vakbonden werden gelijkgeschakeld; volledig onder controle gebracht van de bezetter. Gerrit Visser en zijn collega-vakbondsbestuurders in Twente werkten niet mee aan de uitvoering van het beleid van de Duitsers. De opstelling van Visser en zijn collega’s is daarmee een heldendaad vergelijkbaar met die van de Amsterdamse dokwerkers tijdens de Februaristaking, een paar maanden eerder. Die staking werd hard neergeslagen door de Duitsers en vele stakers zijn toen opgepakt.
Vermoord in Duits werkkamp
Zijn weigering om in opdracht van de bezetter mee te werken aan het bevel om Joodse leden en functionarissen van de ANMB te ontslaan, was de aanleiding voor zijn ontslag op 31 maart 1941 en zes weken later voor zijn arrestatie op het station van Hengelo. Visser werd vastgezet in Scheveningen en vervolgens via Kamp Schoorl en Sachsenhausen gedeporteerd naar Kamp Niederhagen in Wewelsburg. Geeskemaria Visser beschrijft die tragische geschiedenis: ‘In Wewelsburg moest opa onder erbarmelijke omstandigheden zware stenen uitgraven in een steengroeve. Daarbij heeft hij beenletsel opgelopen waardoor hij niet meer kon werken. Dan was het einde verhaal in de Duitse werkkampen. Opa werd in juni ‘42 dood gevonden in de wasruimte, vermoedelijk doodgeslagen door de kampbewaarders.’
Zie de moed en het noodlot van Visser als waarschuwing
‘We moeten waakzaam blijven over de ontwikkelingen die er in onze tijd plaatsvinden, zoals het klimaatprobleem, de woningcrisis en de migratie’, waarschuwt Geeskemaria Visser. ‘Laat je niet meeslepen door allerlei retoriek, van wie dan ook. Maar blijf zelf kritisch nadenken. Stel jezelf de vragen “Wat is dit? Hoe kijk ik hier tegenaan?” Dat heb ik geleerd van de geschiedenis van mijn grootvader.’
GEESKEMARIA VISSER: ‘HET POLITIEKE WERK VOOR DE SDAP LEIDDE TOT ZIJN ONTSLAG’

Foto Gerrit Visser: VHV (Vrienden van de Historie van de Vakbeweging)
Het leggen van struikelstenen is een initiatief van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Een struikelsteen is een betonnen steen met een messing plaatje aan de bovenzijde. Hierin worden de naam, geboortedatum, deportatiedatum en naam en plaats van overlijden gestanst. Ze worden zo genoemd omdat je in figuurlijke zin met je hoofd en hart erover struikelt. Je moet het hoofd buigen om de tekst op de struikelsteen te kunnen lezen.
Struikelstenen worden in de stoep geplaatst voor woonhuizen waar voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog slachtoffers van de nazi’s woonden. Ze hebben tot doel om de herinnering levend te houden aan de Joden, Roma, Sinti, Jehova’s getuigen, dienstweigeraars, homoseksuelen en gehandicapten die werden opgepakt en door de nazi’s zijn vermoord. In uitzonderlijke gevallen worden struikelstenen gelegd voor niet-Joden die Joden of andere slachtoffers van de nazi’s hebben geholpen en om die reden zelf zijn vermoord.